Jose Rizal

Held Jose Rizal / Hero Jose Rizal: the movie

part 1 of 17

part 2 of 17

part 3 of 17

part 4 of 17

part 5 of 17

part 6 of 17

part 7 of 17

part 8 of 17

part 9 of 17

part 10 of 17

part 11 of 17

part 12 of 17

part 13 of 17

part 14 of 17

part 15 of 17

part 16 of 17

part 17 of 17

 

 

 

Belangrijke zijn klank en kleur van een stem

Hier de stem van Hanneke Groenteman

http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1107128-hanneke-groenteman/afleveringen?page=3

De stem van Harmke Pijpers

  

Harmke pijpers over adhd : http://adhd1.nl/2012/06/10/versnipperde-jeugdzorg-mist-totaaloplossing/

stem van Nederland


De stem van Willem de Ridder

 

 





Cor Jaring

De clip over vertrouwen: Februari 2012:


Cor signeerde hier zijn boeken

Portret van Cor -  Ik vertelde hem dat hij magerder was geworden, maar hij zei me treffend dat ik dikker was geworden.

Over een bijzondere vrouw met haar engel.

 

Koud en wrang was soms het contact dat geen werkelijke genegenheid meer had kunnen zijn

Een vrouw die zich zeker voor haar eigen eer had weten te beschermen

maar niet geheel zonder pijn en zeker niet zonder gevaar.

Wie was toch die engel die haar telkens weer had willen bijstaan?

Die haar telkens hielp in de meest bizarre verhalen?

Haar ware beschermengel die er altijd echt heeft kunnen bestaan.

Soms zag zij haar zelf zelfs als worm

Dan een worm die rustig doorkroop van waar zij zich ook bevond

Dan misschien even liever niet meer herkend wilde worden

en beschreef haarzelf dan als oud en stram, ja een lelijk oud mens

Maar die engel is er altijd geweest en zal haar nimmer verlaten

van waar zij zich ook bevond

En prees haar dan, omdat zij zeker als een heel mooi mens bestond

Gaf haar dan een pen en papier

en liet haar tekenen en schrijven als niemand zo zorgvuldig had kunnen doen kopieeeren

Sloeg haar  altijd gaande van waar zij zich ook bevond

Vertelde haar dan te beminnen

van wat haar hart haar werkelijk toe kon staan

en zegende dan in haar, al haar rechte of kromme wegen

En fluisterde haar dan in dat al haar zogenaamde kwalen er in werkelijkheid nooit toe konden doen

En dat zij echt een mooie vrouw was en zeker een lieve zorgelijke moeder,

een zuster zoals iedereen zich zo had mogen doen wensen

een trouwe vriendin die alleen Genovera had kunnen zijn

En tot slot wees die engel haar dan nog op haar  kinderen

die haar als werkelijk liefhebbende moeder en rijk voorbeeld mogen leren kennen.

 

Slechts weinigen zullen de naam Genovera  kennen en wanneer ze haar tegenkomen zullen ze haar misschien niet gelijk als held willen herkennen

Maar vaak geraakten wij dus met elkaar in gesprek.

Ja, Genovera ziet er een beetje vreemd uit, maar als ze begint te praten (vaak ook aan de koffietafel van Albert Heijn) ben ik geboeid en zie ik de klank van een mooie vrouw.

Vorige week, voordat het zo ging sneeuwen, kwam ze voor het eerst bij me langs. Ik had haar welkom geheten en ze was mijn straatadres nog niet vergeten. Ze vroeg me of ik even een plastic zak voor haar wilde bewaren. Haar zoon uit Belgie zou weer langs komen en ze was haar sleutels verloren en moest toen haar zoon gaan ophalen van Holland spoor.

Ja, ik mocht er wel in kijken, maar dat wilde ik in eerste instantie niet. Ze kon de zak veilig bij mij achterlaten. Die zelfde avond, laat in de avond, kwam ze opnieuw bij me langs. Ze was nog iets vergeten uit die zak, haalde het er nog even uit en gaf me een pak roze koeken van de Albert Heijn voor het ongemak. Ik had haar aangegeven dat ik op het punt stond om te gaan slapen. De roze koeken waren voor mij en voor mijn gast, want ze wist dat ik visite uit Amerika had.

De volgende dag zou ze de tas weer op komen halen en ze benadrukte nogmaals dat ik er gerust in mocht kijken en er ook wel iets uit mocht hebben.

De volgende dag was ze niet gekomen en heb ik in de middag al even in de zak gekeken. Stomverbaasd zag ik een ware schat áan tekeningen, foto's en teksten.  Ze maakte me zo blij met al haar rijkdom.

kijk zelf maar naar haar prachtige werk op:

www.genovera.jouwweb.nl

 

 

Hieronder een paar teksten die Genovera tegen kwam en eens  had willen copieeren. Het was voor haar kinderen, kleinkinderen, ja en ja, nu misschien dus ook wel een beetje voor mij. Teksten met een rijke inhoud vind ik.

2 belangrijke Nederlandse helden

Waren voor velen van groot belang.

"Kooten en de Bie"

Zondermeer in mijn hart van 1963 - 1998

(35 jaar toonaangevend voor veel Nederlanders)

 

Jacques Brel

 

Jacques Brel was zeker een van de meest grote helden voor mij op het gebied van het lied.

Zoals hij zich kon geven was bijna  ook niet na te doen.

Niet voor niets werd hij een Europese held die grote navolging kreeg.

Kijk en overtuig:

 

 

Jacques Brel was certainly one of the great heroes for me in the song.

As he could give was almost not to do.

Not for nothing was he a great European hero who was followed.
Watch and see:

 



helden of heroes

Albert Camus

Een andere persoon die als een held gezien wordt is de filosoof Albert Camus.

Hij was evenals Samuel Backett begaan met absordisme.


Hij heeft letterlijk de hele wereld rondgereisd en probeerde zo op moeilijke levensvraagstukken een antwoord te vinden.
Vaak kwam hij er dan achter dat veel van wat hij te weten was gekomen al lang bekend was.
De verdienste zag hij dan vaak ook meer dat hij zich dan werkelijk goed kon verwoorden van waarom iets was zoals het was.
Oorspronkelijk komt Camus uit een arm Algerijns gezin en zijn vader is al op zeer jonge leeftijd gestorven in de 1e wereld oorlog. Dit gegeven heeft hem als mens nooit losgelaten.
Aan het eind van zijn leven wilde hij echt zijn topwerk maken met onder andere de conclusie dat het westen de geroofde schatten terug diende te geven aan de rechtmatige eigenaars die ze beroofd hadden.
Zo kennen dus vele Europese landen de zogeheten kolonies waar men eens zeer grote rijkdom mee had kunnen verkrijgen om hun goederen te stelen en de inwoners als slaven te gaan gebruiken.
Zijn boek waarin hij dit voornemen had willen bekendmaken is echter nooit afgekomen omdat hij plotseling met een auto tegen een boom was aangereden. Nog steeds is het een raadsel hoe dit ongeluk precies heeft plaats kunnen vinden.

Albert Camus

Another person who is seen as a hero is the philosopher Albert Camus.

He was touched like Samuel Backett by absordisme.

He has literally traveled around the world and tried to answer difficult life questions.
After his long travels it often discovered that much of what he had learned was long been known.
The merit more that he saw was that he was really good at articulating why something was the way it was.
Originally Camus was from a poor Algerian family and his father at a very young age died in the first world war. This fact has was never left him.
At the end of his life did he really make his masterpiece including the conclusion that the West had to give back the stolen treasures to their rightful owners that they had robbed.
Like many European countries became very rich with their colonies. The countries that became very rich, it was once quite prosperous can obtain their goods to steal, and the inhabitants as slaves to use.
His book that he had resolved to make known, however, never come off because he suddenly a car hits a tree had been hit. It is still a mystery how exactly has this accident can take place.

 

 

Albert Camus werd geboren in een Frans-Algerijns (pied noir) gezin. Zijn moeder, Catherine Sintes, was van Spaanse afkomst. Vader Lucien sneuvelde in de Slag bij de Marne in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog. Camus leefde in armoedige omstandigheden tijdens zijn jeugd in Algiers. 

In 1923 werd Camus toegelaten tot een lyceum en uiteindelijk tot de Universiteit van Algiers. Hij kreeg tuberculose in 1930, hetgeen een eind maakte aan zijn voetbalcarrière (hij was keeper van het universiteitsteam) en hem dwong zijn studies in deeltijd voort te zetten. Hij nam allerlei baantjes aan, onder meer als privéleraar en automonteur en bij het Meteorologisch Instituut. Hij volbracht zijn licence de philosophie in 1935; in mei 1936 presenteerde hij succesvol zijn scriptie over Plotinus, Néo-Platonisme et Pensée Chrétienne voor zijn diplôme d'études supérieures. 

Camus werd lid van de Franse Communistische Partij in 1934, waarschijnlijk meer omdat hij bezorgd was over de politieke situatie in Spanje (die uiteindelijk zou leiden tot de Spaanse Burgeroorlog) dan dat hij de Marxistisch-Leninistische doctrine verdedigde. De onafhankelijk denkende Algerijnse Communistische Partij (PCA) werd in 1936 opgericht. Maar Camus deed mee met de activiteiten van Le Parti du Peuple Algérien, waardoor hij in de problemen kwam met zijn kameraden van de communistische partij. Het resultaat was dat hij van trotskisme werd beschuldigd en in 1937 uit de partij werd gezet. 

Hij trouwde in 1934 met Simone Hié, die verslaafd was aan morfine. Ze scheidden wegens wederzijdse ontrouw. In 1935 richtte hij Théâtre du Travail (hernoemd Théâtre de l'Equipe, in 1937) op, dat standhield tot 1939. Van 1937 tot 1939 schreef hij voor de socialistische krant Alger-Républicain, onder meer een stuk over de armoedige woonomstandigheden van de Arabieren in Kabylië, wat hem waarschijnlijk zijn baan kostte. Van 1939 tot 1940 schreef hij kort voor een vergelijkbare krant, Soir-Républicain. Hij was uit het Franse leger ontslagen vanwege zijn ziekte. 

In 1940 trouwde Camus met Francine Faure en begon hij te werken voor het tijdschrift Paris-Soir. In de eerste fase van de Tweede Wereldoorlog was Camus een pacifist. Hij maakte in Parijs de bezetting door de Wehrmacht mee, en was op 19 december 1941 getuige van de executie van Gabriel Péri, wat naar eigen zeggen zijn opstandigheid tegen de Duitsers kristalliseerde. Daarna verhuisde hij met de rest van de werknemers van Paris-Soir mee naar Bordeaux in 1942.

Literaire loopbaan

Albert Camus 

In 1935 begon hij te schrijven aan L'Envers et l'endroit. In 1941 voltooide hij zijn eerste gepubliceerde werken De vreemdeling en De mythe van Sisyphus, waarin hij existentialistische ideeën invoerde. Niet lang daarna keerde hij korte tijd terug naar Oran. Tijdens de Duitse bezetting voegde Camus zich bij een Franse verzetsgroepering genaamd Combat, die in het geheim een krant publiceerde met dezelfde naam. In die tijd kreeg Camus de bijnaam "Beauchard". Camus werd in 1943 redacteur van de krant. Toen de geallieerden Parijs bevrijdden, werd Camus geïnformeerd over de laatste gevechten. Hij verliet Combat in 1947, toen het een commerciële krant werd, en kwam in contact met Jean-Paul Sartre. 

Na de oorlog maakte Camus deel uit van Sartres omgeving en bezocht hij regelmatig Café de Flore op de Boulevard St. Germain in Parijs. Camus toerde ook door de Verenigde Staten om lezingen te houden over het Franse existentialisme. Hoewel hij politiek links georiënteerd was, kreeg hij geen vrienden in de communistische partijen met zijn zware kritiek op de communistische stalinistische doctrine en vervreemdde hij uiteindelijk ook van Sartre met wie hij in 1952 brak. 

Toen in 1949 zijn tuberculose terugkeerde, leefde hij 2 jaar in afzondering. In 1951 publiceerde hij L'Homme révolté, (De mens in opstand), een filosofische analyse van opstand en revolutie, waarmee hij zijn afkeer van het communisme verduidelijkte. Het boek zorgde voor veel controverse onder zijn collega's en tijdgenoten in Frankrijk en leidde tot de uiteindelijke breuk met Sartre. De kritische ontvangst maakte hem depressief en hij begon toneelstukken te vertalen. 

Camus' kenmerkende bijdrage aan de filosofie was zijn idee van het absurde, dat inhield dat het leven geen betekenis of bedoeling heeft. Hij legt dit uit in De mythe van Sisyphus en nam het op in vele van zijn andere werken. Sommigen vinden dat Camus beter omschreven kan worden als een absurdist dan als een existentialist. 

In de jaren vijftig spande Camus zich in voor de rechten van de mens. In 1952 stopte hij echter met zijn werk voor UNESCO wegens de toelating tot de VN van het door de dictator Generaal Franco geleide Spanje. In juni 1953 was hij een van de weinige linkse intellectuelen die de methodes van de Sovjet-Unie bij het neerslaan van de arbeidersopstand in Oost-Berlijn bekritiseerden. In 1956 protesteerde hij tegen de nog veel ergere praktijken bij de opstand in Hongarije. Hij handhaafde zijn pacifisme en verzette zich tegen de doodstraf overal in de wereld. 

Het begin van de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog in 1954 leidde tot een moreel dilemma voor Camus. Hij identificeerde zich aanvankelijk met de pied-noirs, zoals de Europese kolonisten genoemd werden, omdat hij er zelf een geweest was, en verdedigde de Franse regering. Deze zag Algerije niet als een van de vele koloniën, maar als een overzees Frans grondgebied. De opstand zou een integraal deel zijn van een nieuw Arabisch imperialisme, dat door Egypte werd geleid en als een anti-westers offensief werd gesteund door de Sovjet-Unie om Europa te omsingelen en van de Verenigde Staten te isoleren.[bron?] Hoewel Camus een grotere Algerijnse autonomie of zelfs federatie goedkeurde, al dan niet in volledige onafhankelijkheid, geloofde hij dat de pied-noirs en de Arabieren in vrede konden samenleven. Tijdens de oorlog bepleitte hij een bestand dat de burgers zou sparen, maar dat door beide partijen als onzin werd verworpen. Hij werkte heimelijk voor gevangengenomen Algerijnen die de doodstraf onder ogen zagen. 

Van 1955 tot 1956 schreef Camus voor het magazine L'Express. In 1957 werd hem de Nobelprijs voor de Literatuur toegekend, officieel niet voor zijn roman La Chute (De val), het voorafgaande jaar gepubliceerd, maar voor zijn schrijven tegen de doodstraf in het essay Réflexions sur la Guillotine (de guillotine werd destijds in Frankrijk nog gebruikt.) Toen hij met studenten van de Universiteit van Stockholm sprak, verdedigde hij zijn duidelijke inactiviteit in het Algerijnse vraagstuk en verklaarde dat hij ongerust was over wat er met zijn moeder kon gebeuren die nog in Algerije leefde. De Franse linkse intellectuelen gebruikten dit als een ander voorwendsel om hem te verketteren.

Zijn grafsteen 

Camus overleed op 46-jarige leeftijd toen hij begin 1960 in een Facel Vega FV3B terugkwam van een bezoek aan Parijs. De auto, bestuurd door zijn vriend Michel Gallimard (neef van de uitgever Gaston Gallimard) verongelukte, waarbij beide inzittenden om het leven kwamen. Camus werd begraven op de begraafplaats van Lourmarin, Vaucluse, Provence-Alpes-Côte d'Azur, Frankrijk. Zijn nalatenschap wordt beheerd door zijn twee kinderen, Catherine en Jean, die de auteursrechten van zijn werk hebben. 

Eind 2009 drukte de Franse president Nicolas Sarkozy de wens uit om de stoffelijke resten van Camus over te brengen naar het Panthéon, maar het voorstel veroorzaakte controverse in Frankrijk en het blijft wachten op de toestemming van Camus' nabestaanden.

Absurdisme

 Camus wordt over het algemeen gezien als de grondlegger van het absurdisme, een filosofie die gerelateerd is aan het existentialisme. Volgens het absurdisme zijn mensen fundamenteel irrationeel en is het menselijk lijden het resultaat van vergeefse pogingen door individuen om rede of betekenis in een redeloos en zwijgend universum te vinden. 

Camus beweerde dat de enige ware filosofische vraag die van zelfmoord was. Namelijk: zouden wij ons intensief bezig moeten houden met het leven of zouden wij ons eenvoudig moeten doden? Camus beargumenteerde dat historisch gezien de meeste mensen of geloofd hebben dat het leven zonder betekenis is en concludeerden ten gunste van zelfmoord, of een soort kunstmatige betekenis zoals godsdienst gecreëerd hebben om hun leven te vullen. Camus beweert dat er ook een derde optie is: wij kunnen ons realiseren dat het leven zonder betekenis is en niettemin onszelf in leven houden. Mensen die voor deze derde optie kiezen zijn absurde helden. 

De Rebel, de Don Juan en de Artiest zijn drie figuren die Camus identificeert als absurde helden. Elk van deze mensen vindt betekenis in zijn of haar bezigheden/leven. Zij leven zo het voorbeeld van het Grieks mythologische figuur Sisyphus, die werd veroordeeld tot het voor eeuwig omhoog rollen van een kei op een heuvel, volledig bewust van het feit dat de kei simpelweg weer naar beneden zou vallen zodra hij zijn taak schijnbaar had beëindigd.

Albert Camus was born in a French-Algerian (pied noir) family. His mother, Catherine Sintes, was of Spanish descent. Lucien's father was killed in the Battle of the Marne in 1914 during the First World War. Camus lived in poor conditions during his childhood in Algiers.

In 1923 Camus was admitted to a lycée and eventually to the University of Algiers. He had tuberculosis in 1930, which put an end to his career (he was keeper of the university team) and forced him into part-time studies are continuing. He took on odd jobs, including as a tutor and mechanic and the Meteorological Institute. He completed his license of Philosophy in 1935, in May 1936 he successfully presented his thesis on Plotinus, Neo-Platonism et Pensée Chrétienne for his Diplôme d'Etudes Supérieures.

Camus joined the French Communist Party in 1934, probably more because he was concerned about the political situation in Spain (which would eventually lead to the Spanish Civil War) that he defended the Marxist-Leninist doctrine. The independently minded Algerian Communist Party (PCA) was founded in 1936. But Camus joined the activities of Le Parti du Peuple Algerien, so he got into trouble with his comrades of the Communist Party. The result was that he was accused of Trotskyism and in 1937 the party was put.

He married in 1934 with Simone Hie, who was addicted to morphine. They divorced because of mutual infidelity. In 1935 he founded Théâtre du Travail (renamed Théâtre de l'Equipe in 1937), that lasted until 1939. From 1937 to 1939 he wrote for the socialist newspaper Alger-Republicain, including a piece about the poor living conditions of the Arabs in Kabylia, which he probably took his job. From 1939 to 1940 he wrote shortly before a similar paper, Soir-Republicain. He was discharged from the French army because of his illness.

In 1940, Camus married Francine Faure and he began working for the magazine Paris-Soir. In the first phase of World War II, Camus, a pacifist. He was in Paris with the occupation by the Wehrmacht, and was on December 19, 1941 witnessed the execution of Gabriel Peri, which they say his rebellion against the Germans crystallized. He then moved with the rest of the staff of Paris-Soir back to Bordeaux in 1942.

Literary career

Albert Camus

In 1935 he began writing in L'Envers et l'endroit. In 1941 he completed his first published work The Stranger and The Myth of Sisyphus, in which he introduced existentialist ideas. Not long after he returned briefly to Oran. During the German occupation added Camus joined a French Resistance group called Combat, who secretly a newspaper published by the same name. At that time Camus received the nickname "Beauchard". Camus in 1943 editor of the newspaper. When the Allies liberated Paris, Camus was informed about the latest fighting. He left Combat in 1947 when it became a commercial paper, and came into contact with Jean-Paul Sartre.

After the war, Camus part of Sartre's environment and regularly visited Café de Flore on the Boulevard St. Germain in Paris. Camus also toured the United States to lecture about French existentialism. Although he was politically leftist, he had no friends in the Communist Parties with its heavy criticism of the Stalinist Communist doctrine, and he eventually alienated Sartre, with whom he broke in 1952.

When in 1949 his tuberculosis returned, he lived two years in seclusion. In 1951 he published L'Homme revolt, (Man in revolt), a philosophical analysis of rebellion and revolution, which he explained his aversion to communism. The book caused much controversy among his colleagues and contemporaries in France and led to the final split with Sartre. The critical reception made him depressed and he began to translate plays.

Camus's distinctive contribution to philosophy was his idea of ​​the absurd, which meant that life has no meaning or intention. He explains this in The Myth of Sisyphus and took it in many of his other works. Some feel that Camus can be better described as an absurdist than an existentialist.

In the fifties filed Camus committed to human rights. In 1952, however, he stopped his work for UNESCO because of admission to the UN by the dictator General Franco-led Spain. In June 1953 he was one of the few leftist intellectuals that the methods of the Soviet Union in the defeat of the workers' uprising in East Berlin criticized. In 1956 he protested against the far worse practices in the uprising in Hungary. He maintained his pacifism and opposed the death penalty anywhere in the world.

The beginning of the Algerian War of Independence in 1954 led to a moral dilemma for Camus. He initially identified with pied-noirs, such as the European settlers were called, because he himself had been one, and defended the French government. Algeria saw this as one of many colonies, but as an overseas territory of France. The uprising was an integral part of a new Arab imperialism, led by Egypt and as an anti-Western offensive was supported by the Soviet Union to Europe to encircle and isolate the United States. [Source?] Although Camus greater Algerian autonomy or even federation approved, whether or not full independence, he believed that the pied-noirs and Arabs could live together in peace. During the war he advocated a file that would spare the civilians, but by both parties as nonsense was rejected. He worked secretly for imprisoned Algerians who faced the death penalty.

From 1955 to 1956 Camus wrote for the magazine L'Express. In 1957 he was awarded the Nobel Prize for Literature, officially not for his novel La Chute (The Fall), published the previous year, but for his writings against capital punishment in the essay, Reflexions sur la Guillotine (the guillotine in France was then still is used.) Seeing with students from the University of Stockholm spoke, he defended his obvious inactivity in the Algerian question and stated that he was worried about what could happen to his mother who still lived in Algeria. The French left-wing intellectuals used this as another excuse to condemn him.

His tombstone

Camus died at the age of 46 when he was in early 1960 Facel Vega FV3B returned from a visit to Paris. The car, driven by his friend Michel Gallimard (the publisher Gaston Gallimard's nephew) was killed, both occupants were killed. Camus was buried in the cemetery of Lourmarin, Vaucluse, Provence-Alpes-Cote d'Azur, France. His legacy is managed by his two children, Catherine and Jean, the copyrights of his work.

In late 2009 the French President Nicolas Sarkozy expressed the wish to the remains of Camus are transferred to the Pantheon, but the proposal caused controversy in France and keeps waiting for the approval of Camus' relatives.
Absurdism

 Camus is generally regarded as the founder of absurdism, a philosophy that is related to existentialism. According to absurdism people are fundamentally irrational and human suffering is the result of unsuccessful attempts by individuals to reason or meaning in a senseless and silent universe.

Camus claimed that the only true philosophical question of suicide. That is: should we be concerned with intensive life or should we simply have to kill? Camus argued that historically, or most people believed that life is meaningless and concluded in favor of suicide, or an artificial kind of meaning such as religion created to make their lives complete. Camus claims that there is a third option: we can realize that life is meaningless and yet ourselves alive. People who choose this third option is absurd heroes.

The Rebel, the Don Juan and the artist are three figures that Camus identifies as absurd heroes. Each of these people find meaning in his or her activities / life. They live as an example of the Greek mythological figure Sisyphus who was condemned to forever up rolling a boulder up a hill, fully aware that the boulder just back down would fall once his job seemingly had ended.

what makes an absurdist Camus:

wat maakt Camus een absurdist:


Voorbeeld Peter Vroon

De geestige verhalenverteller voor  televisie en radio die in Nederland een geweldig voorbeeld van een man die zich met normale bewoordingen wilde uiten. Dit was zeer ongewoon en ongepast. Zo betaalde hij op een gegeven moment  geen verkeersboetes meer en was hij in vele opzichten een behoorlijke Nederlandse rebel te noemen. Iemand die niet in het gereel meeloopt kan ook bijzonder zijn en heeft hier mijn sympathy gekregen.  Leest u verder over dit voorbeeld in Nederland of bekijkt u de videobeelden en u zal zeker onder de indruk zijn. studenten wilden naar de universiteit waar hij les gaf omdat ze dan van hem les mochten krijgen.

 

Helden

Als we aan voorbeelden in ons leven denken dan kunnen we al heel gauw denken aan onze helden.

Wie zijn onze helden?

Zijn dat onze veroveraars?

Of zijn dat onze vechters voor de vrijheid?

Uiteraard heb je ook internationale helden

helden die verder konden reiken tot alleen het land van afkomst

Helden die veel van de wereld konden zien en daar internationaal om geprezen konden worden.

 

Ik ben  dus al langere tijd mee bezig om nationale en internationale helden te kunnen begrijpen.

Wat maakte het dat zij een held konden worden?

En wie maakten ze eigenlijk tot een held?

Om even een klein voorbeeld te noemen onderzocht ik een paar jaar geleden een vrouw met een prachtig mooie stem en die het boek: "Alleen voor helden"  had geschreven. Na het horen van haar stem en grote herkenning dat ik haar onderwerpen kon vinden heb ik haar bij tuiskomst gelijk een mail willen sturen en er vond een communicatie tussen ons plaats.

Ze was een actrice die was gaan schrijven. Ik heb het boek gekocht en het gelezen, maar ik werd er zeer door teleurgesteld. Zij was dan ook geen held voor mij.

Misschien daarom meer van belang om eens naar de internationale helden te gaan kijken waarvan er in ieder geval 3 zijn die ik even wil noemen.


heroes



If we are thinking about the examples in our lives we can very quickly think of our heroes.

Who are our heroes?

Are that our conquerors?

Or are  that our fighters for freedom?

Of course you also have international heroes

Heroes that could  further extend to more countries

Heroes that much of the world could see and there could be internationally acclaimed for.

I study some time to national and international heroes to understand.

What made that they could be a hero?

And  why they became like a hero?

To give you a small example, I examined a few years ago, a woman with a beautiful beautiful voice and the book: "Only for heroes" had written. After hearing her voice and great recognition that I could find in her subjects in her holsters I send her an email and there start a communication between us.

She was an actress on age that started to write. I bought the book and I was read it, but I was very disappointed by. She was no hero to me. 

Perhaps therefore more important to look at the international heroes look which at least three that I just want to mention.

De Vietnamees Thich Nhat Hanh mag niet in mijn lijst van helden ontbreken. Hij is voor mij een groot voorbeeld geworden.

Eens zat hij midden in de oorlog van Vietnam, de oorlog dus waar die musical Hair over ging en waar verschillende protestzangers zoals Bob Daylon over hebben willen zingen.

Thich Nhat Hang zat er dus midden in en zag links en rechts mensen om zich heen wegvallen. Dit heeft heel erg veel met hem gedaan en is de basis geworden van alle boeken die hij heeft willen schrijven. "Vrede is iedere stap" hoor ik hem telkens zeggen.

Hij veroordeeld niet de vijand en veroordeeld ook niet een groep waar hij toe zou kunnen behoren. Hij heeft ze beiden lief en is verslagen om hetgeen dat hij kon ervaren.

In stilte zie ik hem dan voorbij trekken. Stilte-marsen heeft hij die genoemd.

Je bezinnen voor de vrede en je te bedenken wat we voortdurend aan het doen zullen zijn.

Zeg maar een groot gebed voor de vrede

met een oneindig verlangen naar werkelijke liefde.

Samuel Backett

 

Samuel Backett is een van de belangrijkste toneelschrijvers geweest.

Hij werd in een keer wereldberoemd met zijn stuk "Wachten op Godot"

Het is een stuk gaat over het droevige lot van paar zwervers die de wanhoop nabij zijn, maar die dan plotseling meneer Godot tegengekomen zijn die hun leven nog enige hoop wil doen geven.

Beckett schreef het na een tijdlang met de zwervers van Parijs te zijn omgegaan en wellicht kwam dat doordat hij ooit familielid had gekend die ook zeer sterk door de armoede kon worden aangetrokken daar deze stapel verliefd kon worden op een knappe man, die toevallig ware held, van een door Spanje veroverd Aziatische land was. Dit was dus Jose Rizal uit de Filippijnen.

 

Samuel Backett

Samuel Backett is one of the leading playwrights been.

He was once famous with his play "Waiting for Godot"

It's a play is about the sad fate 2 tramps who are desperate, but then suddenly Mr. Godot encountered are making their lives any hope to do business.

Beckett wrote after some time with the homeless of Paris to be treated and perhaps it was because he once family had known that very strongly by poverty could be attracted as they madly in love could be a handsome man, that was really a very big  hero . He was from an Asian country that was already long time conquered by Spain.This was the real hero Jose Rizal from the Philippines.

 

Beckett werd geboren op Goede Vrijdag, 13 april 1906. Hij studeerde Frans, Italiaans en Engels aan het Trinity College in Dublin van 1923 tot 1927. Vlak daarna werd hij aangenomen als leraar in Parijs. Daar ontmoette hij James Joyce, die een enorme invloed op hem had. Beckett schreef zijn eigen verhalen terwijl hij secretaris was van Joyce. In 1929 bracht hij zijn eerste werk uit, een kritisch essay dat Joyce' werk verdedigde. Zijn eerste korte verhaal Assumption werd hetzelfde jaar uitgebracht. In 1930 won hij een kleine literatuurprijs met zijn gedicht Whoroscope dat voornamelijk over René Descartes gaat, een andere grote invloed op zijn schrijven. 

In 1930 ging hij terug naar Ierland en werkte aan het Trinity College, maar vertrok weer na 2 jaar. Hij reisde door Europa en vestigde zich uiteindelijk permanent in Frankrijk. Hij publiceerde daar een kritische studie van het werk van Marcel Proust. 

Hij deed een poging een boek te schrijven in de stijl van James Joyce, maar dit werd later uitgebracht als een serie korte verhalen More Pricks than Kicks. Er wordt wel gezegd dat elk van deze verhalen een milde parodie is op de verhalen in Dubliners van Joyce. Hierna bracht hij de roman Murphy uit. 

Zijn bekendste boeken zijn waarschijnlijk de drie die bekend staan als "de trilogy": Molloy (1951), Malone Dies (1951 in het Frans, in 1958 vertaald in het Engels) en The Unnamable (1953, vertaald in 1960). De laatste opent als volgt, hetgeen typisch genoemd mag worden voor Becketts stijl: 

"Where now? Who now? When now? Unquestioning. I, say I. Unbelieving. Questions, hypotheses, call them that. Keep going, going on, call that going, call that on." 

Beckett is het meest beroemd geworden door het toneelstuk Waiting for Godot (uitgebracht in 1952 in het Frans (En attendant Godot), Engelse vertaling uitgebracht in 1955). Het stuk kreeg in eerste instantie slechte kritieken, maar langzaam werd het erg populair. Hetzelfde geldt voor het stuk Endgame. 

Omdat zijn stukken na 1947 vrijwel alle in het Frans geschreven zijn, wordt hij samen met Ionesco gezien als de beste Franse toneelschrijver van de twintigste eeuw. Hij vertaalde zijn stukken zelf in het Engels. 

De theaterstukken die hij schreef zijn kaal, minimalistisch en diep pessimistisch over menselijke natuur en de lotsbestemming van de mens. Na zijn laatste boek, How it is, werden zijn thema's ook steeds cryptischer. 

Hij kreeg de Nobelprijs voor de Literatuur in 1969.

Hetvolgende filmpje is een parodie van het gegeven van Samuel Beckett.

Ik heb het filmpje ook in de Filippijnen laten zien. Voor mijn voormalige werkgever in de gezondheidsdienst was dit filmpje over het leiderschap dat Samuel Beckett onvoorstelbaar.

Hoe kon iemand zo'n absurd filmpje presenteren?

Omdat die werkgever helaas nog nooit van de held Samuel Beckett had gehoord, kon ik ze dat natuurlijk ook niet kwalijk nemen.

(Achteraf had ik hen natuurlijk beter naar de clip van Waiting for Godoth in de verbeelding van Sesamstraat kunnen laten kijken.)

 

The following video is a parody of the concept of Samuel Beckett.

I presented the clip in the Philippines.
For my former employer was the Health movie about leadership in terms of Samuel Beckett's "Waiting for Godoth" suggested unimaginable.

How could  anyone make such an absurd movie?

The employer had unfortunately never the hero of Samuel Beckett had heard and I could not blame them of course.

(In retrospect, I had them naturally better at the clip from Waiting for Godoth in the imagination of Sesame Street can look at it.)


 


Maak jouw eigen website met JouwWeb